maandag 25 januari 2010

24 januari 2010 – Rabarbercake uit de oven


Wanneer is het jaargetijde van de rabarber? Ik zou het werkelijk niet weten. Vroeger kregen wij bij tijd en wijle een tamelijk kleverige substantie als toetje te eten: rabarber. Na afloop waren de tanden ‘slee’, een onaangenaam gevoel in de mond. Maar in welk jaargetijde zich dit afspeelde? Geen idee. Ik veronderstel echter dat het niet de winter is geweest. Rabarber is volgens mij ‘uit’. Althans in een reguliere supermarkt komt je het echt niet tegen, daarvoor met je naar de groentejuwelier. En in kookboeken is het ook niet iets waar je over struikelt. Hoewel ik me al schrijvende wel ineens een heel verrassend recept herinner van iets vlezigs in combinatie met rabarber. Zal wel Jamie Oliver zijn geweest. In ieder geval viel mijn oog dit weekend op Rabarbercake uit de oven van Annie Bell (zie 17 januari). En zo stuurde ik de man des huizes af op verse rabarber in de supermarkt. Een missie die gedoemd was te mislukken, maar die wonderbaarlijk eindigde met een glazen pot vol rabarber – frambozen - cranberry compote. Een uistekend alternatief.

Hoe zal ik het maakproces van dit ovencakeje eens beschrijven? Ook in dit geval heb ik niet veel meer gedaan dan kleine ovenschaaltjes vullen met een laagje rabarber compote en daar overheen een mengsel van cakedeeg storten. Voor de bereiding waarvan ik uiteraard de foodprocessor (!) heb gebruikt om (voor 6 schaaltjes) 225 gram fijne kristalsuiker, zelfde hoeveelheid echte boter, evenzoveel zelfrijzend bakmeel, 2 theelepel bakpoeder, 4 eieren, 1 geraspte citroenschil en 100 ml melk in te mengen. De oven doet de rest. Hoe simpel kan het zijn? Simpel, maar niet minder smakelijk. Direct na 40 minuten oventijd geconsumeerd. Ben gek om warme zoetigheid! En uiteraard kan er een dot crème fraiche bij, dat maakt het nog wat smeuïger allemaal.

De familie beoordeling was prima en het is zo eenvoudig te bereiden dat het recept vast nog wel eens herhaald zal worden. Maar deze rabarbercake heeft voor mij niet de wilde, magnetiserende aantrekkingskracht van de chocoladefondant of de poëtische betovering van gepocheerde pruimen.

maandag 18 januari 2010

17 januari 2010 – Chocoladefondantdesserts


Oh hemelse modder, oh zalige zoete desserts, oh verleidelijke chocolade! Ik heb nu iets ongekend lekkers ontdekt in een van de drie zoete zaligheden kookboekjes – chocoladefondantdesserts! Het recept is van de hand van Annie Bell in ‘Fantastische toetjes’ en het staat beschreven in het hoofdstuk – hoe kan het ook anders – chocoladedesserts!

Onze grote Zaanse supermarktketen presenteert jaarlijks rond de Kerst haar verrukkelijke specialiteiten en in dat assortiment bevindt zich een dergelijk chocoladetoetje. Ik was al fan van dat cakeje waar de warme gesmolten chocolademassa uitstroomt. Maar het blijkt dat dit decadente kunstwerkje buitengewoon eenvoudig zelf te maken is. En nog veel lekkere natuurlijk als je daar zelf je ziel en zaligheid in legt.

Qua techniek komt het vooral aan op de Magimix die ik al eerder in deze blogjes als onmisbare partner in het keukenwerk heb beschreven. 75 gram boter in stukjes, 75 gram lichte basterdsuiker, 5 eieren en 40 gram bloem mengen in de keukenmachine en daar 300 gram pure gesmolten chocolade aan toevoegen. In alle kookboeken wordt de chocolade op chique wijze ‘au bain-marie’ gesmolten, maar wat te denken van de magnetron? Ik smelt al jaren chocolade in de magnetron en dat is wel zo eenvoudig. Wel een lage instelling kiezen, anders gaat het allemaal te snel en valt de chocolade uiteen. Maar wie het voorzichtig in de magnetron smelt, komt niet bedrogen uit. De lekkerbekken voegen aan deze massa nog een eetlepel rum toe.

De zo ontstane smurrie gieten in ramekinvormpjes – in mijn geval Arabia ovenvaste kopjes – en daarna in de oven op zo’n 200 graden tot een en ander begint te rijzen. Dat is al vrij snel het geval, na een minuut of tien. Eenvoudiger kan het eigenlijk niet. Sterker nog: dit dessert kan ook al van tevoren worden klaargemaakt en in de koelkast bewaard en dan vlak voor consumptie in de oven. Wat een fantastisch nagerecht voor als er bezoek is. Heerlijk met een bolletje ijs of klodder crème fraîche! Vrienden verheugt u op deze traktatie! Na jarenlange chocolademousse is dit de nieuwe afsluiter bij komende huisdinertjes.

De hele familie viel gisteravond in zwijm voor dit toetje. En dat was niet alleen omdat ik het recept voor zes personen over vier vormpjes had verdeeld.... dat dus nooit meer. Want oh wat is dat spul zwaar op de maag. Maar oh wat vinden wij het allemaal verrukkelijk!

zaterdag 16 januari 2010

9 januari 2010 – Citroentaart


Het staat onder de lenteklassiekers in ‘Het complete IJs & Desserts boek’ – de citroentaart. En aangezien het buiten vriest dat het kraakt, ik niet anders slapen kan dan met een driedubbele pyjama aan en de ANWB een weeralarm heeft afgekondigd – kortom het is winter - is dat écht iets om dit weekend te maken! Wat mij betreft is citroentaart niet aan een jaargetijde gebonden. Het is altíjd lekker.

Jarenlang heb ik gezworen bij een heerlijk recept voor citroentaart uit een Frans kookboekje. Het was een van mijn klassiekers. Vele vrienden ontvingen via de mail het beroemde en succesvolle recept. Waar een enorme hoeveelheid citroenen in verwerkt was. Maar ik vind het een leuke uitdaging om te kijken of een andere recept wellicht nog lekkerder of makkelijker is.

De basis van een citroentaart is volgens mij altijd hetzelfde: een dubbelgebakken taartbodem met daarin een mengsel van citroenrasp, - sap en slagroom. In het recept uit dit ‘nieuwe’ kookboek zit echter een aardige toevoeging aan het deeg voor de bodem: gemalen amandelen. Dat is al lekker in de fase van ‘even proeven’ tijdens de werkzaamheden zelf!

De vulling wordt ook anders aangevlogen dan mijn bekende Franse klassieker. Citroenrasp en -sap worden gemengd met een hele schaal eieren, suiker en slagroom. En daarna gezeefd, citroenrasp eruit. Dat is direct een heel stuk minder ‘ruig’ en dat maakt het tot een meer exclusieve taart…

Het resultaat is prachtig, alleen het laat zich wat lastiger uit de taartvorm snijden. Misschien een volgende keer toch iets langer in de oven laten staan. Maar dan de smaak… Daar waar de Franse klassieker veel citroen bevatte en daardoor heel friszuur was, heeft deze taart een veel romiger vulling. En dat is toch wel heel erg smakelijk. In combinatie met de verrassende amandelbodem, wordt deze taart een geduchte concurrent van mijn oorspronkelijke favoriet. De familie is al om…

woensdag 6 januari 2010

3 januari 2010 – Roomkaastaart met gember en in Sauternes gepocheerde pruimen


Een heel gelukkig nieuwjaar! En vooral een heel smakelijk nieuwjaar. Tijd om ‘oude’ beloftes na te komen en echt met regelmaat te bakken/koken/bereiden uit mijn verschillende zoetige kookboeken die ik op mijn verjaardag gekregen heb.

Na de chocoladeheerlijkheden en de herfst vol appeltaarten, wil ik het nieuwe jaar met iets anders beginnen. Roomkaastaart uit Zalig Zoet spreekt me aan vanwege de chique titel met ‘in Sauternes gepocheerd pruimen’. Het voelt alsof ik een galajurk moet aantrekken om het te serveren. Bovendien vind ik dat we élke gelegenheid moeten aanpakken om iets met dessertwijn te doen. Er ligt per slot van rekening nog een fles Monbazillac die we uit Frankrijk hebben meegenomen in de koelkast. En ik vermoed dat pruimen ook heel goed daarin gepocheerd kunnen worden.

De bodem van dit smakelijke taartje-uit-de-koelkast bestaat uit fijngehakte gemberkoekjeskruimels met gesmolten boter. Hoera, er blijven wat koekjes over en mijn Sonja Bakker voornemens voor 2010 smelten in de sneeuw weg! Daarna een mengsel van roomkaas, gecondenseerde melk, gember, gembersiroop en gelatine er bovenop. De gecondenseerde melk is ook al zo’n cadeautje. Want dat wordt verkocht in een blikje dat zo uit de kelderkast van mijn grootmoeder komt. Gewoon bij Dirk van den Broek! Het straalt archaïsche warmte uit, wellicht door het prachtige klederdrachtmeisje dat de buitenkant siert. Wie koopt zoiets en waarvoor gebruiken we dit verder nog dan in de roomkaastaart-met-gember-en-in-Monbazillac-gepocheerde-pruimen?

Dat er überhaupt in januari pruimen te koop zijn in de reguliere supermarkt, mag een wonder heten. Ze zullen wel van de andere kant van de wereld afkomstig zijn. Jammer voor het milieu. De combinatie van de frisse pruim in de wat kleverige witte wijn over de volle roomkaastaart heen is echter heerlijk. In combinatie met een glaasje van de Monbazillac is dit een super nagerecht voor een gewone weekenddag. De kinderen wagen zich niet aan de taart, want gember is niet hun ding en de roomkaas al helemaal niet. En wij vinden dat voor de verandering helemáál niet erg!

zondag 3 januari 2010

24 december 2009 – Witte chocoladetaart

Met Kerstmis hebben wij de traditie samen met onze buurvrienden uitgebreid te koken. De verschillende recepten worden dagen van tevoren met elkaar doorgenomen, gangen worden verdeeld en boodschappen ingepland. Vanwege mijn kookboekenstapel met zalig zoets, zal ik mij dit jaar met een meeslepend toetje bezighouden. Het wordt witte chocoladetaart uit Het complete IJs & Desserts boek. Het plaatje beloofd veel goeds en de receptuur spreekt van een ‘machtig gerecht’. Daar kunnen we na vijf gangen wel wat van gebruiken!

De bereiding van de taart bestaat uit twee delen. Eerst een taartje bakken in de oven van 3 eieren, 80 gr suiker, 80 gr gehakte witte chocolade en 60 gr bloem. Dit taartje moet in een springvorm van 20 cm doorsnee. Hé daar heb ik allerlei maten van: 22, 24 en 26 cm, maar geen 20. Dan maar 22 cm, maar het resultaat is een héél dunne cake. Dan maar flink vullen met de chocoladetopping.

Voor de topping smelt ik conform recept 1,5 dl slagroom met 250 gr witte chocolade in een pan. Daarna 125 gr mascarpone toegevoegd. En dan de boven- en zijkant (welke zijkant van dit dunne koekje?) hiermee insmeren. Het lijkt zo simpel. Maar in mijn geval blijft het mengsel erg dun. Het druipt er aan álle kanten weer af. Maar even wachten tot het wat steviger is geworden. Het steelpannetje in de koelkast gezet. Wat duurt dat lang!

Tussendoor weer wat geprobeerd. Met als resultaat dat er meer topping op het aanrecht ligt dan op de cake. De aanhouder wint echter toch en uiteindelijk presteer ik dan toch een taartje wat in de koelkast kan opstijven. Daarna lekker samen het aanrecht aflikken! Ook weer een bijzondere belevenis, waarvoor ik wellicht de buren had moeten uitnodigen! Als een voorproefje op het Kerstdiner!

Bij nader inzien is het niet erg dat het taartje niet zo volumineus is, want na alle zaligheden van het kerstdiner, was de chocoladetaart inderdaad behoorlijk machtig. Maar voor die topping ga ik nog eens een nieuwe poging wagen en dan wellicht wat minder slagroom gebruiken. Tenzij iemand een andere goede suggestie heeft, waarmee het topping toch wat steviger blijft.

En, toch jammer dat we vergeten zijn een fotootje te maken!

19 december 2009 – Koude rozensoufflés


De decembermaand is niet echt een handige maand voor het wekelijks maken van een recept uit een van de vele heerlijke kookboeken die ik tot mijn beschikking heb. Begin december de verjaardagsviering van de jongste telg van de familie, direct daarna uiteraard het Sinterklaas gebeuren, waarna we vrijwel direct doorstomen naar de Kerstviering op school, waarvoor meestal hartige happen dienen te worden geleverd. Ik heb het maar zo gelaten. De start van de Kerstvakantie biedt echter weer mogelijkheden om de handen in de keuken uit de mouwen te steken.

Het recept voor de rozensoufflés komt uit Fantastische toetsjes van Annie Bell en sprak mij aan vanwege de mooie foto’s bij het recept en het gebruik van rozenwater. Een flesje van dat spul kocht ik ooit in die overheerlijke supermarkt hier vlakbij, met het oog op de Indiaase recepten die ik nog eens uit wil proberen. Iets wat tot op heden nog niet gebeurd is.

De soufflés bestaan voornamelijk uit eierdooiers, suiker en slagroom. En dus voor de smaak een vleugje rozenwater. Een en ander wordt bij elkaar gehouden door blaadjes gelatine. En daar zit ‘m de kneep. Ik heb in een ander kookboek ooit geconstateerd dat de receptuur consequent te weinig gelatineblaadjes voorschreef, dus ik doe er een extra blaadje bij. Uit gewoonte. En dat had ik dus niet moeten doen.

Als eerste moet ik een vla maken van eierdooiers en suiker. Die daarna met gelatine gebonden wordt. Het spul, wat een prachtig kleurtje krijgt met behulp van levensmiddelenkleurstof, moet een uur afkoelen in de koelkast en mag daarna gemengd worden met de slagroom. Nou, van mengen kan geen sprake zijn. Mijn gelatinemengsel lijkt op baksteen. Helaas. Het gaat geen enkele spontane verbinding aan met de slagroom. En ten einde raad duw ik alles door een zeef heen en kwak een paar lepels daarvan in een paar glazen. Alles bij elkaar genomen ziet er toch nog redelijk uit.

Voor consumptie een paar gehakte pistache nootjes erover en met manlief opgegeten - de kinderen houden niet van pudding. Het smaakt nog wel aardig. Maar het is zeker iets om nog eens te doen en dan me te houden aan de voorgeschreven hoeveelheid gelatine!